Epilepsie bij honden

Epilepsie bij honden

 

 

Wat is Epilepsie:

 

De hersenen bestaan uit miljarden zenuwcellen, die voortdurend boodschappen aan elkaar doorgeven. Dat gebeurt via elektrische impulsen (kleine stroomstootjes) en chemische stoffen (neurotransmitters) die de prikkel overdragen van de ene hersencel op de andere.

 

In normale gevallen worden in de hersenen een heleboel signalen ontvangen, verwerkt en verzonden. Het wordt allemaal automatisch in de juiste banen geleid. Als een hond epilepsie heeft, worden de signalen niet allemaal op de juiste manier verwerkt. Ze hopen zich als het ware op en op een bepaald moment komen ze tot een uitbarsting in de vorm van een aanval.

 

Er ontstaat als het ware ‘kortsluiting’ in de hersenen.

 

 

Er bestaan twee soorten epilepsie:

 

-primaire epilepsie, ook wel idiopatische, genetische of 'echte' epilepsie genoemd

-secundaire epilepsie, waarbij een aanwijsbare oorzaak te vinden is.

 

 

Primaire epilepsie komt regelmatig voor bij de hond (0.5-1.0%). Primaire epilepsie komt zowel voor bij rashonden als bij kruisingen, al zien we het vaker bij bepaalde rassen waaronder de golden retriever, springer spaniël, boxer, keeshond en de Berner sennenhond. Voor enkele rassen is inmiddels bewezen dat de epilepsie erfelijk is. Voor primaire epilepsie geldt:

 

-eerste aanvallen treden op tussen een leeftijd van 6 maanden en 5 jaar

-meestal wordt de eerste aanval gevolgd door een tweede (soms pas na maanden), maar het kan ook bij één aanval blijven

-de tijd tussen aanvallen wordt eerder steeds korter om daarna min of meer constant te blijven (gemiddeld om de 2 tot 6 weken)

-tussen twee aanvallen is de hond qua conditie en gedrag volkomen normaal

-vaak treden aanvallen in een vertrouwde omgeving (thuis) op

-vaak treden aanvallen op tijdens periode van rust (avond, nacht, ochtend)

-er is geen relatie tussen het optreden van aanvallen en opwinding of inspanning

 

 

Secundaire epilepsie begint meestal onder de leeftijd van een half jaar, dit is vaak een aangeboren oorzaak of juist op latere leeftijd dit is vaak een verkregen oorzaak (bv hersentumor, hersenvliesontsteking, andere orgaanproblemen) Deze vorm van epilepsie kan bij alle rassen en kruisingen optreden, maar wordt ook bij bepaalde rassen vaker gezien (aangeboren erfelijke afwijkingen). Wanneer de oorzaak van de epilepsie buiten de hersenen gelegen is noemen we deze vorm reactieve epilepsie en wanneer de oorzaak in de hersenen is gelegen spreekt men van de eigenlijke secundaire epilepsie.

 

Voor secundaire / reactieve epilepsie geldt:

-eerste aanval treedt vaak onder 6 maanden leeftijd of na 5 jaar leeftijd op

-er is vaak een relatie tussen de aanval en voeding, inspanning en/of opwinding

-tussen twee aanvallen vertoont de hond vaak afwijkend gedrag en de algehele conditie kan verminderd zijn

 

 

Hoe ziet een epileptische aanval eruit?

 

Hoe een aanval er uit ziet kan erg verschillen tussen honden. Het kan variëren van het slechts optrekken van een poot en het trekken met een lip zonder dat de hond buiten bewustzijn is (partiële epilepsie) tot een hond die volledig buiten bewustzijn is, omvalt, krampen krijgt en urine en ontlasting verliest (gegeneraliseerde epilepsie).

 

Bij honden zijn er drie soorten aanvallen te onderscheiden:

 

-Partiële aanvallen, waarbij bepaalde delen van het lichaam betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld stuiptrekken, vlieghappen, zenuwtrekjes in het gezicht of het trekken met een oor.

 

-Gegeneraliseerde aanvallen, ook wel grand mal genoemd. Deze aanvallen bestaan uit twee fasen: de tonic en de clonic fase. De tonic fase is herkenbaar aan het omvallen van de hond, verlies van bewustzijn, het verstijven van de poten en krampen van het hele lichaam. Soms stopt ook de ademhaling. Deze fase duurt gewoonlijk ongeveer 10-30 seconden. De clonic fase bestaat uit Het bewegen van het hele lichaam, waaronder het heftig bewegen van de poten (het zogenaamde 'lopen'). Bij beide fasen kan ook de controle over blaas of darmen wegvallen. In sommige gevallen verschijnt er schuim om de mond.

 

-Atypische aanvallen, welke niet in te delen vallen bij de vorige twee soorten.

 

De meeste aanvallen zijn in drie fasen in te delen.

 

De inleiding is de beginfase voor de werkelijke aanval. Hierin treedt een bewustzijnsverandering op. De hond is onrustig en vertoont soms afwijkend gedrag. Het dier kan aanhankelijker worden, of zich juist terugtrekken. Soms is er een vreemde blik in de ogen te zien. De inleiding kan enkele minuten tot enkele dagen aanhouden. Enkele seconden tot enkele minuten voor de feitelijke aanval vindt de aura plaats, een kortdurend vreemd gedrag, of raar kijken van de hond.

 

De ictus is de werkelijke aanval, waarin dus de tonic en de clonic fase optreden. De hond valt om, verstijfd gedurende een korte periode (± 30 seconden), gevolgd door ontspanning, waarbij krampen en heftige beweging met de poten optreedt. De ictus duurt ongeveer 1-3 minuten

 

De postictale fase is de periode na de aanval. De hond komt bij bewustzijn, krabbelt overeind en is meestal een poosje de kluts kwijt. Sommige honden hebben extreme honger of dorst. Vaak zien ze slecht en hebben moeite met bewegen. Enkele honden zijn vlak na de aanval overactief en anderen zijn juist geheel uitgeteld. De post-ictale fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.

 

Naast het klassieke beeld zoals hierboven beschreven zijn er ook andere vormen van epilepsie. Zo zijn er dieren die kortdurende aanvallen hebben met schokkende bewegingen zonder bewustzijnsverlies en honden die zich slechts afwijkend gedragen. Bij deze laatste groep honden lijkt het wel alsof de aanval zich beperkt tot de inleidende fase (aura).

 

Buiten de genoemde soorten aanvallen, zijn er een twee bijzondere vormen van een gegeneraliseerde aanval;

 

Clustering

Dit is wanneer een hond meerdere aanvallen op een dag heeft (met een tussentijd die kan variëren van enkele minuten tot enkele uren), waarvan hij tussentijds voldoende hersteld, dus waarbij een duidelijk herkenbare postictale fase optreedt.

 

Status Epileticus

Hierbij is sprake van een aanval, die langer dan enkele minuten duurt.

 

Onderzoeken:

-De dierenarts zal op het verhaal van de eigenaar al een beeld hebben en zeker als de aanval ook gefilmd is.

-Bloedonderzoek

-Een CT-scan of MRI kan worden gemaakt. Er wordt met een speciaal soort scan gekeken of er ruimte innemende processen in de hersenen zitten. Een negatieve uitslag van zo'n scan wil echter niet zeggen dat er ook daadwerkelijk geen tumor zit. Soms zijn de tumoren niet te ontdekken.

-Een EEG (elektro-encefalogram) is een onderzoek waarbij de elektrische activiteit van het hersenweefsel wordt onderzocht.

-Een ECG (elektrocardiogram) is een hartfilmpje waarbij de elektrische activiteit van de hartspier wordt gemeten.

-Bij een liquorpunctie wordt wat heldere vloeistof uit bijvoorbeeld het ruggenmerg gehaald en cytologisch onderzocht. Als er een verhoogd eiwitgehalte wordt gevonden, kan dit wijzen op tumoren en/of degeneratieve aandoeningen. Als het cellenaantal is verhoogd, kan dat wijzen op ontstekingen. Ook bij dit onderzoek wil het niets vinden niet zeggen dat er ook daadwerkelijk niets aan de hand is.

 

Medicatie:

De behandeling van primaire epilepsie zal er zelden toe leiden dat de aanvallen volledig worden voorkomen. Wel zal behandeling tot gevolg hebben dat de frequentie, de ernst en de lengte van de aanvallen afnemen.

Middelen die gegeven kunnen worden zijn;

- Imepitoine (Pexion®)

- Phenobarbital

- Primidone

- Slow release fenytoine (Epitard®)

- Kalium bromidium

 

Wanneer een hond in een status epilepticus terecht komt of er clustering optreedt wordt bij voorkeur diazepam (Valium®, Stesolid®) toegediend. De eigenaar kan dit zelf doen door een rectiole (rectaal) in te brengen, de dierenarts dient dit bij voorkeur intraveneus (in het bloedvat) toe op effect. Diazepam is ongeschikt voor langdurige behandeling van epilepsie omdat het een zeer korte werkingsduur heeft.

 

Homeopathie en epilepsie:

 

Als een hond epilepsie heeft is het heel belangrijk om een uitgebreide anamnese/consult af te nemen zodat ik als homeopaat op de klachten voorschrijf die de hond heeft. Uit bovenstaand verhaal blijkt al dat er veel verschillende beelden/klachten kunnen zijn.

 

Er zal voorgeschreven worden op de aanval zelf als deze optreedt en daarnaast zal op het onderliggende proces voorgeschreven worden om te voorkomen dat er aanvallen optreden of minder vaak optreden.

 

De middelen die ik voorschrijf geven geen beginverergering.

 

Wat ik veel zie in de praktijk is dat de honden met epilepsie hele gevoelige honden zijn die op allerlei prikkels van buitenaf reageren.

 

Met de homeopathie zorg ik ervoor dat de hond minder prikkelgevoelig wordt.

 

Daarnaast zal ik ook kijken naar de voeding. Deze kan ook een grote rol spelen. Sommige voedingsmiddelen kunnen ontstekingsreacties geven. Alle organen in het lichaam worden beïnvloed door ontstekingsreacties, dus ook de hersenen. Het is dan ook niet vreemd dat verkeerde voeding kan leiden tot epileptische aanvallen, zeker bij gevoelige honden.

 

In het consult zullen alle aspecten worden meegenomen zoals wanneer treedt aanval op, zijn er triggers geweest, is er verdriet geweest of andere heftige emotionele oorzaken, heeft bv weer invloed, drukte etc.

 

De homeopathie kan heel goed ingezet worden naast de reguliere medicatie. Dan is het mogelijk dat er bv maar een hele lage dosis nodig is van de reguliere medicatie. Reguliere medicatie heeft bijwerkingen. De homeopathische medicatie is natuurlijk en geeft geen bijwerkingen.

 

Voor meer informatie over een homeopathische behandeling kunt u contact opnemen met Wilma Gaasbeek, praktijk Gaasbeekhuys. 06 46445907 of info@gaasbeekhuys.nl

GAASBEEKHUYS - M 06 46 44 59 07 - INFO@GAASBEEKHUYS.NL

 

Schrijf je in voor Tops en Tips en ontvang het gratis e-boek